Hoe valt het reboundeffect te verklaren?

Duurzaamheid op de werkvloer

Tegenwoordig lijken technologische innovaties het onmogelijke mogelijk te maken. Ze maken dan ook de weg vrij voor steeds efficiëntere producten en diensten. Helaas neemt daardoor vaak ook de consumptie toe. Die gedrags- of systeemrespons verwijst naar de paradox van Jevons, beter bekend als het ‘reboundeffect’. Dit fenomeen zien we nu overal, in die mate zelfs dat het onze individuele, collectieve en politieke inspanningen voor de ecologische, circulaire en energietransitie bedreigt. Het is dan ook zaak om inzicht te krijgen in dit effect, zodat je ermee aan de slag kunt.

strategie optimaliseren

Wat is het reboundeffect?

Het reboundeffect verwijst naar het fenomeen van toegenomen consumptie wanneer de beperkingen in verband met het gebruik van een product, dienst of technologie afnemen. De verwachte besparingen worden uiteindelijk tenietgedaan door overconsumptie van het product in kwestie of van andere goederen. En dat gebeurt niet voor niets: efficiëntie draagt namelijk bij aan de ontwikkeling van toepassingen en markten.

Dit fenomeen is niet nieuw. Al in de 19e eeuw werd het voor het eerst beschreven, door de econoom William Stanley Jevons. Hij ontdekte dat technologische innovaties die stoommachines efficiënter maakten het kolenverbruik niet zo sterk verminderden als verwacht. In feite had dit zelfs een averechts effect: door de voordelen op financieel en energievlak waren stoommachines veel populairder geworden, waardoor net meer steenkool nodig was.

Op ecologisch vlak lijkt het reboundeffect paradoxaal en zelfs contraproductief. Technische verbeteringen doen het verbruik en de productie namelijk toenemen, waardoor de verwachte milieuvoordelen (geheel of gedeeltelijk) teniet worden gedaan. Dat benadrukt ook Louis Daumas, een specialist in ecologische en milieueconomie: "Door machines, auto’s of gebouwen energie-efficiënter te maken, of zelfs door minder hulpbronnen in te zetten tijdens het productieproces, lopen we het risico om net méér energie en materialen te gaan verbruiken en meer broeikasgassen uit te stoten. Als dat echt zo zou zijn, zou de energietransitie nog moeilijker worden dan ze al is, zo niet onmogelijk."

Het reboundeffect is merkbaar bij elke technologische revolutie. Het manifesteert zich bovendien in verschillende sectoren, van energie en landbouw tot de bouw en de auto-industrie. Efficiënte verwarmingssystemen, zuinige wagens, energiezuinige verlichting en, meer recent, telewerken, de circulaire economie enz. Het zijn maar een paar voorbeelden die het reboundeffect illustreren.

De verschillende soorten reboundeffect

Experts onderscheiden vier soorten reboundeffect. Het directe en indirecte effect op het niveau van een economische actor, en het markt- en groei-effect voor de hele economie.

Het directe effect

Dit ontstaat wanneer een product energie-efficiënter wordt, wat dan weer leidt tot een groter verbruik van dat product en dus tot een hogere energie-input. Met andere woorden: als een auto weinig brandstof verbruikt, kan dat de bestuurder net aanmoedigen om méér te rijden.

Het indirecte effect

In dit geval zorgt het economische voordeel van de hogere energie-efficiëntie van een product ervoor dat men andere producten kan kopen, waarvan het productieproces ook energie vraagt en vervuilend is. Zo houdt een bestuurder dankzij de besparingen van zijn energiezuinigere auto geld over om een vliegticket te kopen.

Het markteffect

Dit lijkt op het directe reboundeffect, maar dan op grotere schaal. In dit geval daalt de totale vraag naar energie en grondstoffen, waardoor de prijzen zakken en dat bepaalde activiteiten aantrekkelijker maakt, waarvoor de vraag vervolgens weer toeneemt. Zo zou het vrachtvervoer per spoor bijvoorbeeld kunnen verschuiven naar vrachtvervoer over de weg als dat laatste economisch gezien aantrekkelijker wordt omdat het brandstofverbruik per kilometer daalt.

Het groei-effect

Hier gaat men uit van het principe dat elke verbetering in energie- of materiaalefficiëntie niet alleen de economische groei kan bevorderen, maar ook tot meer investeringen kan leiden en dus tot het grootschalige gebruik van energie en hulpbronnen. Tegenwoordig krijgt met name de digitale sector te maken met dit fenomeen.

Hoe moeten we omgaan met het reboundeffect?

Ondanks de grote impact op het milieu is er nog weinig bekend over het reboundeffect. Fabrice Bonnifet, voorzitter van het Collège des Directeurs du Développement Durable (C3D), wijst op het volgende: "Alle toezeggingen die bedrijven of landen doen op het vlak van koolstofneutraliteit of een lagere energie-intensiteit zullen waardeloos blijken en vooral de planeet niet ten goede komen zolang we geen inzicht krijgen in en rekening houden met het reboundeffect." Concreet worden er maar weinig oplossingen voorgesteld om de negatieve impact van het reboundeffect te verzachten. Om dit fenomeen intern onder controle te krijgen, kunnen bedrijven in elk geval al hun medewerkers bewust maken van het probleem en maatregelen beginnen te treffen.

Medewerkers voorlichten

Bij het reboundeffect wordt een deel van onze collectieve inspanningen tenietgedaan door ons gedrag en onze cognitieve vooroordelen als consumenten. Daarom moeten we dus absoluut rekening houden met de menselijke factor en gaat dit onvermijdelijk gepaard met voorlichting voor onze medewerkers. Veel bedrijven hanteren dit principe dan ook in het kader van hun energiestrategieën.

In dit opzicht mogen we ook het belang van energiebesparende plannen niet vergeten, die milieuvriendelijke maatregelen bevatten om het energieverbruik aan de bron te verminderen. Deze aanpak is vooral geschikt voor eenvoudige aankopen waarvoor meerdere medewerkers bestellingen mogen plaatsen. Uiteindelijk moet dit leiden tot een bedrijfscultuur gericht op duurzame consumptie die door iedereen wordt uitgedragen.

Het reboundeffect meten

"Meten is weten", wordt weleens gezegd. Maar het reboundeffect vaststellen en dus ook meten, is lastiger dan het lijkt. Enkele experts gingen ermee aan de slag en vergeleken verschillende scenario’s aan de hand van standaard evaluatiemethoden: de levenscyclusanalyse (LCA) of materiaalstroomanalyse (MFA), econometrische technieken en modellen, de schatting van elasticiteitsparameters of hybride benaderingen. De meeste daarvan richten zich op de meting van de uitstoot van broeikasgassen en/of het energieverbruik.

Hoewel deze aanpak moeilijk systematisch toe te passen is in het bedrijfsleven, biedt hij wel perspectieven voor strategische projecten. Op basis van betrouwbare gegevens kunnen organisaties, in samenwerking met inkoopafdelingen, namelijk passende beperkingsstrategieën hanteren.

Het reboundeffect blijft een subtiel, paradoxaal en moeilijk te vatten fenomeen. Het is aan bedrijven om het te beschouwen als een onmisbare variabele om rekening mee te houden in hun strategieën voor resource management.

Manutan helpt je graag

Meer weten? Op onze blog verzamelen we handige info, advies en praktische tips. Zo kun je je werkplek duurzaam en ergonomisch inrichten, en optimaal laten functioneren.

Vind je niet wat je zoekt? De helpdesk van Manutan staat altijd voor je klaar met extra info en advies op maat. Vul hieronder je gegevens in en bezorg ons je vraag. We helpen je zo snel mogelijk verder.

Name
Bedrijfsnaam
Contact
Whitepaper

Investeren in duurzame verlichting, alles wat je moet weten

Download de whitepaper

Auteur

author image
ManutanGeschreven op 17 juni 2025

Heb je een vraag? Aarzel zeker niet om ons te contacteren!

Contact/info

Gerelateerde Artikelen